Medisch aanbod: opstelling van de oorzaken en geven van behandeling van letsels van het bewegingsstelsel.

Letsels

Letsels van het bewegingsstelsel

Fysische geneeskunde is een medische specialiteit die zich richt op letsels van het bewegingsstelsel.

Het doel van fysische geneeskunde is om patiënten met letsels aan bewegingsstelsel functioneel herstel aan te bieden alsook te werken rond pijnreductie en secundaire preventie.

Een beweging wordt uitgelokt door een zenuwimpuls die een spiercontractie uitlokt en hierdoor een gewicht laat bewegen.

Letsels van de perifere zenuwbanen, de spier-peesstructuren of letsel van gewrichten (bot, kraakbeen, ligamenten, discus of meniscus) behoren tot de letsels van het bewegingsstelsel.

 


Sportletsels

Onder sportletsels behoren acute en progressieve sportletsels, die optreden tijdens of direct na het sporten.

Naast kneuzingen met blauwe plekken (hematomen), behoren ligamentaire letsels (knie en enkel) en rug en nek letsels tot de meest frequente sportletsels. Ook pees en spiersletsels en in mindere mate breuken en zenuwletsels treden op bij sporters.

De oorzaken van sportletsels zijn onvoldoende opwarming voor het sporten, overmoed of ontoereikende sportuitrusting.

Consequent opwarmen,  inspanningen doseren en juiste accommodatie en hulpmiddelen (zoals scheenbeschermers)  kunnen de kans tot sportletsels verminderen.


Nek en lage rugletsels

Nek en lage rug klachten behoren tot de meest voorkomende klachten van het bewegingsstelsel.

Een hernia (uitstulping van de tussenwervelschijf) kan zenuwpijn veroorzaken en zelfs krachtsvermindering geven in het lidmaat.

Gelukkig zijn de meeste rugklachten niet het gevolg van een zenuwcompressie of een verschuiving van wervels ten opzichte van elkaar.

De meest voorkomende oorzaak van chronische lage rugklachten zijn de discopathieklachten of een slijtage van de tussenwervelschijf (discus).

Door ontwatering van de tussenwervelschijf verliest deze haar schok dempende functie.

Patiënten met discopathie klagen van bandvormige pijn.

Wanneer de tussenwervelschijf zijn schok dempende functie kwijt is zal  bandvormige pijn optreden bij langdurig staan, zitten of slenteren.

Door de ontwatering van de tussenwervels komen eveneens de wervels dichter bij elkaar en irriteren zo de zijgewrichten tussen de wervels ,met name de facetgewrichten.

Langdurige en repetitieve overdruk op deze facetgewrichten leidt tot nekartrose (uncartrose) of facetartrose in de lage rug.

Naast pijn bij statische houdingen lokken strek of draaibewegingen (torsies) van de wervelzuil eveneens facetpijn uit.

Facetpijn in de nek kan uitstraling geven in de schouder, bovenarm of hoofd terwijl facetartrose in de rug uitstraling kan geven in de flank ,lies of bovenbeen. Men spreekt hier van “pseudo” radiculaire uitstraling.

Naast pijn en ontstekingswerende medicatie kan de acute pijn opgeheven worden met gerichte manuele behandelingen en eventueel met facetinfiltraties onder echografische begeleiding.

Een duurzame oplossing is vermijden van overbelasting, enerzijds door bepaalde bewegingen en houdingen te vermijden (ergonomie) en anderzijds de spieren rond de wervelkom te versterken. 


Perifere zenuwletsels

Perifere zenuwletsels kunnen een gevolg zijn van een druk, ten gevolge van een inklemming, tractie, chronische ontsteking of een verwonding van een perifere zenuwbaan.

Ook veralgemeende zenuwaantasting “polyneuropathie” kan optreden bij bijvoorbeeld personen met suikerziekte.

Zenuwletsels kunnen zowel de gevoels- (sensibele) als de bewegings- (motorische) zenuwen aantasten. De gevolgen kunnen pijn zijn, tot zelfs krachtvermindering.

Het opsporen, de lokalisatie, de ernst en de prognose van het zenuwletsel wordt bepaald door een spier- zenuwonderzoek, “elektromyografie”, en eventueel aangevuld  met een echografisch onderzoek.


Spier en peesletsel aandoeningen

Onder spier- en peesletsels behoren spieroverbelasting, spierscheuren, chronische spier- en peesletsels (enthesopathieen) alsook verkalkingen in pees- en spierstructuren.

Het opsporen van spier- en  peesletsels gebeurt aan de hand van een echografie van het bewegingsstelsel.

Een echografie gebeurt in rust en in beweging van het gewricht of  bij contractie van de spier.

  • Spieroverbelasting

Bij een spieroverbelasting vormt zich een gevoel van pijnlijke lokale ”spierknoop”.

De patiënt ervaart lokale pijn, kramp of stijfheid bij bepaalde bewegingen of bij langdurige zware belasting.

Mechanische oorzaken (zoals beenlengte verschil) langdurige zelfde houding of langdurige  herhaalde bewegingen, kunnen spieroverbelastingen uitlokken.

  • Spierscheur

Acute spierscheur

Bij een acute spierscheur ervaart de patiënt een “ zweepslag”.

Dit komt voor bij verkorte of verstijfde spieren, onjuiste training of bij vermoeidheid.

Er treedt een plotse hevige pijn op, met een opgezette spierbuik, al of niet met een blauwe verkleuring en met blijvende pijn bij bepaalde bewegingen.

De hersteltijd is afhankelijk van de grootte van de scheur (op te sporen door een  echografie).

Chronische spierscheur

Een chronische spierscheur treedt op bij repetitieve overbelasting, bij overbelasting van de spier-pees overgang door externe  druk ( cfr cuff scheur in schouder) of bij langdurig verkeerd gebruik.

Hierdoor ontstaat naast krachtsvermindering, een daling in het bewegingsamplitudo (Range of motion) en pijn.

  • Enthesopathiëen

Entesopathiëen zijn aanhechtingsletsels van de pezen.

Entesopathiëen zijn een gevolg van chronische overbelasting (bij repetitieve intensieve  bewegingen) ter hoogte van de pees botovergang.

Ook bij bepaalde reumatologische aandoeningen komen enthesopathiëen voor.

Dit veroorzaakt pijn, bewegingsbeperking en stijfheid.

Typische plaatsen van enthesopthiëen zijn de tennis- en golverselleboog en achillespees enthesopathie.

  • Verkalking in pees -spier structuur

Pees-spier verkalkingen zijn calciumkristallen ,waarschijnlijk veroorzaakt door een gedaalde of verminderde bloeddoorstroming.

Verkalkingen wordt niet altijd gecorreleerd met een chronische overbelasting.

Het komt meer voor bij dames en dit tussen de 40 en 50 jaar.

Deze calciumdepots kunnen leiden tot contact van de verdikte pees met  beenderige  structuren” wat leidt tot een inklemming of “ impigment”. 

Verder behoren bepaalde spieraandoeningen, zoals myopathieen of polymalgia reumatica binnen het domein van reumatologische aandoeningen.

  • Sarcopenie

Vanaf de leeftijd van 35 jaar verminderd onze spiermassa en spierkracht langzaam. We spreken van sacropenie of afname van spiermassa.

Op hoge leeftijd kan hierdoor een dusdanige zwakte ontstaan zodat gewone inspanningen in het dagelijkse leven niet meer correct kunnen worden uitgevoerd.
Deze achteruitgang kan preventief tegengegaan worden door intensieve bewegingsactiviteit en krachttraining.

Ook op de hoogste leeftijden kunnen oefeningen veel krachtswinst geven, zelfs op korte termijn. Begeleiding door een kinesitherapeut  is hier vaak nuttig.

Behandeling van pees-spierletsels bestaat uit pijnmedicatie, rust, infiltraties met hyaluronzuur, braces en gerichte revalidatie (stretching, manuele therapie en retonificatie).


Bot, ligament en gewricht letsels

Botaandoeningen

  • Apophysitis

Apohysitis is een sportletsel bij de opgroeiende jeugdige sporter.

De discrepantie tussen bot- en spiergroei tijdens de groeispurt vormt een belangrijk risicofactor.

Het is een overbelastingletsel ( door tractie) met een ontsteking ter hoogte van de groeiplaten.

Repetitieve overbelasting zoals springen,  gooien of lopen kunnen botletsels ter hoogte van de groeischijf veroorzaken.

Meest voorkomende plaatsen zijn ter hoogte van de hiel (Sever), scheenbeen (Osgood Schlatter), knieschijf (Sinding -Larson), voet (Iselin) bekken, elleboog en schouder.

Ontsteking werende medicatie, rust, een brace en revalidatie vormen tot de basisbehandeling bij apophysitis.

  • Epifyiolitis

Epifyiolitis is een heuprobleem ten gevolge van het afglijden van de heupkop van het dijbeen. Het treedt op tussen de leeftijd van 10-15 jaar.

Het veroorzaakt heuppijn, gestoord gangpatroon, een gedaalde bewegingsvrijheid van de heup en een beenlengteverschil.

Eens de  diagnose gesteld is een heelkundige correctie noodzakelijk.

  • Shint splint

Onder Shint splint wordt beenvliesontsteking van scheenbeen verstaan.

Door overbelasting van spieren die aan het scheenbeen aanhechten kan op de aanhechting van de spieren op het scheenbeen een beenvliesontsteking optreden.

Deze ontsteking veroorzaakt pijn.

Oorzaken van shint splint zijn van mechanische aard zoals beenlengte verschil, voetstatiek, harde ondergrond, verkeerd schoeisel of te intensief sporten.

Rust ,medicatie en kinesitherapie is aangewezen in de acute fase.

Om recidieven te vermijden is stretchen, gedoseerd sporten, steunzolen en goed amortiserend sportschoeisel aangewezen.

  • Osteoporose

Osteoporose of het broos worden van het bot is een gevolg van een verandering in de hormonale toestand (daling vrouwelijk hormoon), een te lage calcium en vitamine D en een gebrek aan beweging.

Leeftijd (neemt toe na de leeftijd van 60 jaar), geslacht (meer voorkomend bij vrouwen) en erfelijkheid vormen de 3 meest voorkomende risico’s voor het ontwikkelen van osteoporose.

De dichtheid van het bot alsook de veranderde architectuur kan uiteindelijk leiden tot spontane of laag impact fracturen.

Wervel- en heupfracturen alsook pols fracturen komen het meest voor bij patiënten met osteoporose.

Osteoporose wordt opgespoord aan de hand van een botdensiometrie.

Voldoende lichaamsbeweging, krachttraining, calciumrijk dieet  en zon (voor de aanmaak van Vitamine D) vormen de basis van osteoporose preventie.

Bij gediagnosticeerde osteoporose wordt naast Calcium en vitamine D supplementen medicatie voorgeschreven die enerzijds de botcel absorberende cellen inhiberen of medicatie die botcel stimulerende cellen activeert.

Veder kent men zeldzame botaandoeningen (Kahler,Paget). Deze  ziektebeelden vragen bijzondere onderzoeken en behandelingen.


Ligamentaire letsels

Ligamenten of gewrichtsbanden zijn elastische structuren rond een gewricht.

Deze ligamenten staan in voor de stabiliteit van het gewricht binnen de normale bewegingsvrijheid van het gewricht (amplitudo).

Bij een plotse abnormale beweging van een gewricht kan één of meerdere ligamenten worden uitgerokken of zelfs scheuren.

Dit resulteert in een instabiel gewricht met abnormale bewegingsvrijheid (amplitudo).

Klachten bij een ligamentair letsel (verrekking of scheur) zijn: pijn in het gewricht, zwelling, instabiliteit of soms zelfs een doorzakkingsgevoel.

Naast het opstarten van ontstekingswerende medicatie zal in de acute fase, immobilisatie van het gewricht (vaak door middel van een brace) en rust worden voorgesteld.

Eens de ligamenten hersteld zijn en de ontsteking onder controle is, dient men vaak te starten met intensieve revalidatie (stabilisatie oefeningen, proprioceptie, spierversterkende oefeningen) en dit om recidieven te vermijden.


Gewrichtsaandoeningen

  • Artrose

Artrose is de meest voorkomende gewrichtsaandoening en is een kraakbeenletsel.

Kraakbeen bevindt zich rond de botstructuren in het gewricht.

Artrose is een overbelasting fenomeen.

Zo zullen langdurige staande of zittende beroepen artrose uitlokken ter hoogte van de  lage rug.

Artrose ter hoogte van de enkel en voet wordt gezien bij voetballers of dames die hoge hakken dragen.

Zwaarlijvige personen ontwikkelen artrose ter hoogte van de lage rug, heupen en knieën.

Bij overbelasting reageert het lichaam door botaanwas.

Deze botaanwas leidt tot een grotere oppervlakte en geeft dus minder druk per oppervlakte eenheid.

Deze botaanwas veroorzaakt echter op zijn beurt een gedaalde bewegingsvrijheid van het gewricht.

Deze gedaalde bewegingsvrijheid uit zich met startpijn, stijfheid bij het opstarten van een beweging en gedaalde functionaliteit (zoals een gestoord gangpatroon bij knie, heup of rug artrose).

Artrose kan ook zwelling van het gewricht veroorzaken.

Naast pijnmedicatie, ontstekingswerende medicatie behoren infiltraties (met hyaluronzuur), gerichte revalidatie en vermijden van overbelasting tot de behandeling arsenaal van artrose.

 

Andere gewrichtsaandoeningen zijn artritis (gewrichtsontsteking bij reumatologische aandoeningen) ankylose (botoverbruggingen, gewrichtsverstijving), hypermobiliteit, en pseudojicht (chrondrocalcinosis ter hoogte van de pols, enkel knie)